Vroeger dachten Paul Broca en Francis Galton dat intelligentie te maken had met hoe groot je hoofd is. Ze gingen dus de omtrek van je schedel meten. Later bedacht Alfred Binet dat intelligentie meer te maken had met introspectie. (Intro= van binnen en spectie = kijken) Dat betekent dus hoe je omgaat met gedachten en of je van dingen kunt leren bijvoorbeeld. Hij bedacht ook samen met zijn medewerker Theodore Simon een intelligentie test voor kinderen. In 1905 waren ze klaar en konden de mensen ( in Frankrijk )  de intelligentie bij hun kinderen meten. Toen de test een succes werd, werd de intelligentie test vertaald. Maar kort nadat de test was vertaald verscheen er een andere intelligentie test die bedacht was door Henry Goddard. Hij noemde de test Intelligentie Quotiënt. Wat iedereen nu wel kent is de IQ test maar eigenlijk is dat dus een afkorting van Intelligentie Quotiënt.